Home
Organisatie
Pluimvee
Diergezondheid
Voedselveiligheid
Apss & Economie
Partner Organisatie
Lidmaatschap
Actueel
Contact
Contact formulier

   
 
  Pluimvee  
 


Het houden van pluimvee in Suriname is traditioneel ingegeven door de eigenbehoefte. Mensen houden kippen, koeien, geiten, doksen, eenden, om te kunnen voorzien in hun eigen behoefte. Indien de productie groter is dan de eigen consumptie, wordt het overschot op de lokale markt afgezet ( S. Ganpat, 2002).

De pluimveesector in Suriname wordt bedreigd in zijn bestaan door de concurrentie van pluimvee exporterende landen. Traditioneel heeft de pluimveesector in Suriname, met name de vleesproductie geen concurrentie gekend van de pluimvee exporterende landen. Hierin is in beginjaren ’90 verandering in gekomen. Ineens werd de lokale markt overspoeld door de zogenaamde goedkopere kip en kipdelen uit het buitenland.

Gevolg hiervan was en is dat de pluimveesector is ingekrompen en momenteel zelfs in haar bestaan wordt bedreigd .

Per week worden er ongeveer 130.000 kippen geconsumeerd. Legkippen leveren onder normale omstandigheden ongeveer 70% productie. Indien het voer niet aan de eisen voldoet en in voldoende mate wordt toegediend, blijft de productie beneden 35%. De legoverproductie in Suriname bedraagt plus minus 150.000 kg per week. 50% daarvan is 75.000 kg verlies per week.

De oorzaak van dit alles blijft volgens Hilversum de bescherming van de lokale kipproducenten niet genieten van de overheid. Enerzijds wordt er volgens hem additionele kweekmateriaal hoge invoerrechten geheven, anderzijds lage invoertarieven voor importeurs die kipdelen uit de Verenigde Staten (VS), Brazilië, Guyana, Duitsland, etc .

Lokale producenten moeten 40% invoerrechten betalen en 2% consent – en statistiekrecht, terwijl importeurs slechts 10% aan invoerrechten en 2% consentrecht moeten betalen voor kipdelen.

Volgens Hilversum heeft Suriname als enig land uit het Caribische gebied de laagste tarieven. Surinaamse kwekers zijn al jaren gedwongen volgens Rapprecht om hun producten onder de kostprijs te verkopen om de concurrentie met de buitenlandse kip aan te gaan . Hilversum geeft aan dat het ongeveer 25% onder de kostprijs is.

Doordat Suriname geen quotum heeft voor importkip, raakt de markt overspoeld met goedkoop buitenlands vlees, met de “verplichte dood” van de Surinaamse kipsector.

Met de huidige invoerrechten kan lokale geproduceerde kip de concurrentie met de altijd goedkope Amerikaanse- en Braziliaanse kip en kipdelen nimmer aan .

De problemen die er bestaan binnen de pluimveesector zijn de volgende:

• import van kip en kipdelen;
• instabiele prijzen;
• het beleid van de overheid is niet protectionistisch gericht naar haar eigen ondernemers;
• gebrek aan educatie;
• gebrek aan onderzoek;
• gebrek aan voorlichting, etc.

Door de bovenstaande problemen hebben individuen het initiatief genomen om een oplossing te vinden. De individuele kipboeren zijn overgegaan tot het oprichten van de Associatie Pluimvee Sector Suriname (APSS) op 10 december 2000 voor een onbepaalde tijd. Er zijn een aantal andere organisatie vormen die gekozen kon worden om de gemeenschappelijke belangen te behartigen.

 
   
  © Copyright APSS 2009. All Rights Reserved